Velodrome Voices: Yilla Threels’ driedaagse avontuur in Kopenhagen

Velodrome Voices: Yilla Threels’ driedaagse avontuur in Kopenhagen

Madison, scratch, koppelkoers en teamsprint — het slechts een kleine greep uit de vele onderdelen die het baanwielrennen rijk is. Op de houten piste, waar de snelheid hoog ligt en elke ronde telt, komen techniek, timing en samenwerking samen. De voortdurende zoektocht naar aerodynamisch voordeel maakt het spel nog complexer, zeker tijdens meerdaagses waar de onderdelen in een rap tempo afgewerkt worden. Dit is Velodrome Voices: waarin we met baanrenners praten over hun races, rituelen en alles daartussenin.

Comeback op de baan

Van 11 tot 13 november werd in de Ballerup Super Arena in Kopenhagen de DBC-driedaagse verreden. Yilla Threels, rijdend voor O’Shea Racing en met een grote liefde voor het baanwielrennen, stond er aan de start. Het was slechts haar tweede baanwedstrijd in drie jaar tijd, nadat ze door onder andere een schedelbreuk afwezig was. ‘Ik heb één seizoen alleen op de weg gereden en door mijn valpartij en blessure ook een heel jaar gemist.’ Maar dit seizoen begon het weer te kriebelen en dus maakte ze haar rentree op de baan. Ondanks dat ze nog steeds restklachten ervaart aan haar hoofd (’Ik heb elke dag hoofdpijn, ben nog steeds bezig met revalideren’), voelt de baan voor haar als thuiskomen; de sfeer, de mensen, de koppelkoers, de variatie aan onderdelen — precies waar ze het meest van houdt.

Volgens Yilla is de baan bovendien minder individualistisch dan de weg. ‘Het hangt natuurlijk af van het evenement, op een NK is iedereen wel met zichzelf bezig, maar bij zo’n evenement als in Kopenhagen is het vooral gezellig.’

Inside een driedaagse

Maar hoe gaat zo’n driedaagse in zijn werk? Yilla: ‘De voorbereiding begint bij de inschrijving of uitnodiging; de rest, zoals vervoer, regelt je team of doe je zelf, hoewel er wel een hotel geregeld wordt.’ Vaak is ze een dag van tevoren aanwezig, zodat ze al even rond kan kijken op de baan, wat in kan fietsen en bij kan praten met vrienden die er ook rondrijden.

Baanwedstrijden worden veelal ‘s avonds verreden en ook in Kopenhagen was dat het geval, waardoor Yilla drie dagen achter elkaar tussen vier uur 's middags en middernacht op de wielerbaan te vinden was. Overigens verschilt het wel per evenement hoe vaak er gekoerst wordt en hoe lang de pauzes tussen de races zijn; die lopen uiteen van en kwartier tot bijna een uur. Tijdens de driedaagse in Kopenhagen kwam Yilla zo’n vier tot vijf keer per dag in actie en was de rust volgens haar redelijk lang, tussen de dertig en vijftig minuten. ‘Maar het grootste deel van de tijd ben je aan het in- en uitfietsen, dus echt rust is het niet.’

Ook de onderdelen wijken per evenement af. Omdat de DBC-driedaagse geen officieel UCI-onderdeel is, werd bijvoorbeeld de longest lap verreden, een onderdeel dat niet standaard op de planning staat. Yilla: ‘Dat houdt in dat de organisatie een tijd bepaalt waarop het startschot gegeven wordt, maar die tijd is onbekend. Als rijders heb je een halve baan om naar de startlijn te komen en als het startschot gaat, is het één rondje sprinten.’ Ze voegt toe: ‘Dat kan na tien seconden of na vijf minuten zijn, je moet dus zo dicht mogelijk bij de lijn komen, maar mag er niet overheen.’ Enthousiast vertelt Yilla hoe haar koppel- en teamgenootje Izzy (Escalera) de longest lap won. ‘Dat is wel mijn favoriete moment van dit weekend!’

De magie van de koppelkoers

Over haar favoriete onderdeel is ze heel stellig: ‘de koppelkoers!’ Voor haar betekent dit onderdeel het perfecte samenspel van tactiek, techniek en overzicht. ‘Je moet constant weten waar iedereen rijdt en anticiperen in het moment. Als je 'rust' hebt, ben je eigenlijk alleen maar bezig met kijken waar je koppelgenootje rijdt, wat een tactisch goede move is en hoe hard je zelf moet fietsen voor een goede wissel.’

Hoewel ze bij sommige evenementen een individuele inschrijving doet en met een ‘random’ rijder de koppelkoers rijdt, reed ze deze keer met haar teamgenootje van O’Shea Izzy. ‘In het begin moesten we nog echt nog op zoek naar elkaar, ook omdat zij normaal met iemand anders koppelt.’ Maar per dag groeide de samenwerking tussen de meiden en ook de timing van de sprints werd volgens Yilla per dag beter. ‘Ik denk dat we aanvallend gereden hebben en echt tevreden mogen zijn.’ Qua doelen gingen de meiden er redelijk blanco in. ‘Zeker de eerste races keken we het een beetje aan.’ Ze voegt toe dat het gedurende drie dagen sowieso met ups en downs gaat. ‘Op dag twee waren we iets minder, terwijl we op dag drie weer heel veel punten pakten.’ Volgens Yilla was het vooral een kwestie van kort van tevoren bepalen wat de tactiek zou worden en welke dingen beter moesten. ‘Echt een gezamenlijk proces van beter worden.’

Dat gezamenlijke proces kan er soms fel aan toegaan. In het heetst van de strijd moet je tegen een stootje kunnen, vertelt ze eerlijk. ‘Je moet wel tegen gesnauw kunnen. Achteraf zeg je gewoon sorry en dan is het weer goed,’ lacht ze.

Baanwielrennen, onderschat het niet!

Het is duidelijk dat de baan een tak van de wielersport is waar veel meer bij komt kijken dan alleen hard trappen. Iets wat Yilla gelijk beaamt en ook belangrijk vindt om aan te stippen. ‘Wegwielrenners doen soms best denigrerend over de baan. Denken ‘oh die heeft een EK-medaille, dat kan ik ook wel’, maar ze onderschatten de tactiek die erbij komt kijken.’ Fietsen op de baan lijkt makkelijk, zegt ze, maar koersen is iets totaal anders. Ze noemt de koppelkoers als voorbeeld: voor buitenstaanders is het al lastig te volgen, laat staan om ondertussen zelf te racen én overzicht te houden.

Stap voor stap sterker

Deze driedaagse smaakte voor Yilla duidelijk naar meer. Ze zag zichzelf gedurende het weekend beter worden en voelde opnieuw hoeveel plezier de baan haar geeft. Het is extra bijzonder omdat artsen na haar schedelbreuk hadden gezegd dat fietsen op dit niveau waarschijnlijk niet meer mogelijk zou zijn. ‘Ik heb wel het tegendeel bewezen,’ zegt ze met een glimlach.

Aerodynamica als extra wapen

Onlosmakelijk verbonden met het baanwielrennen is ook aerodynamica. Een match made in heaven voor Airoman. Yilla: ‘Het is echt super dat Airoman onze ploeg ondersteunt.’ Yilla is lovend over de sokken, handschoenen en vooral de overschoenen. Die laatste zijn volgens haar makkelijk aan en uit te trekken (ideaal bij veel starts), ademen goed en verkleuren niet. Ook de pasvorm van de sokken is volgens haar goed: ‘Ik heb veel soorten geprobeerd, maar die van Airoman zakken als enige niet af.’ Ze is er dan ook van overtuigd dat de combinatie van overschoenen, sokken en handschoenen van toegevoegde waarde is op de baan. ‘We proberen wel echt alle punten waarop we aerodynamisch voordeel kunnen pakken te benutten, dus Airoman sluit daar goed bij aan!’

Wil je Yilla (en andere Airoman.cc-rijders) blijven volgen? Volg ons dan op Instagram @airomancyclingclub of lees binnenkort meer op Airoman.cc!

Back to blog